
In deze soep spelen rapen en knolselder de hoofdrol. Afgewerkt met rookworst en met een stevige boterham erbij is het een volwaardige maaltijd.
Ingrediƫnten
- 3 liter groentebouillon
- boter
- 3 ajuin
- 3 tenen knoflook
- 1 stengel prei
- 2 bussels rapen
- 1 aardappel
- 0.5 knolselder
- zout
- selderijzout
- peper
- enkele takjes tijm
- 2 blaadjes laurier
- 1 takje rozemarijn
- een scheutje room
- 2 koffielepels scherpe mosterd
- 2 rookworst
- enkele plukjes kervel
Benodigdheden
- Een elektrische staafmixer
- Keukentouw
Bereiding
Bereiding
Verwarm de groentebouillon. Een recept om zelf een ketel groentebouillon te maken, vind je hier. Je kunt ook water met een blokje bouillon gebruiken.
Smelt een klont boter in een soepketel.
Pel de uien en snijd ze grof. Stoof ze in de boter.
Kneus en pel de knoflook. Stoof ze met de uien.
Schil de rapen en de aardappel en snijd ze in stukken. Maak de prei schoon en snijd de stengel in stukken. Doe alle groenten in de soepketel.
Schil de knolselder, snijd hem in stukken en stoof hem met de rest van de groenten.
Giet er de warme groentebouillon bij en kruid met zout, selderijzout en peper.
Bind de tijm, laurier en rozemarijn samen met keukentouw. Leg het bouquet garni in de soep.
Zet een deksel op de ketel en laat 30 minuten garen onder een deksel.
Haal het bouquet garni uit de soep.
Doe mosterd en een scheutje room bij de soep. Mix ze met een staafmixer en breng eventueel op smaak met peper en zout.
Snijd de rookworst in plakjes.
Serveer de soep met plakjes rookworst. Werk eventueel af met plukjes kervel.