
De originele clafoutis komt uit de Limousinstreek en wordt gemaakt met zwarte kersen. Je kunt natuurlijk allerlei ander fruit gebruiken, bijvoorbeeld een goed rijpe ananas.Het beslag is lopend zoals voor pannenkoeken en rijst tijdens het bakken, maar het gebak zakt weer in zodra je het uit de oven haalt. Bak de clafoutis niet te lang voor het serveren. Dit dessert eet je namelijk lauwwarm en is vooral lekker met een bolletje roomijs.
Ingrediënten
- 4 ei
- 80 g bloem
- 42 g vanillesuiker
- 50 g kristalsuiker
- 1 vanillestokje
- 2 dl melk
- 0.75 dl room
- scheutje Batida de Coco
- 0.75 ananas
- 1.33 eetlepel suiker
- boter
- 4 bolletje ijs
- bloemsuiker
Benodigdheden
- een maatbeker
- een staafmixer ovenvaste schaaltjes (of 1 grote schaal)
Bereiding
Het beslag
Meng de melk met room, eieren en Batida in een maatbeker.
Doe er de bloem bij. Snijd de vanillestok in de lengte open en schraap er de zaadjes uit met een scherp mes. Doe de zaadjes bij het beslag.
Doe de vanillesuiker en de kristalsuiker bij het beslag. Voeg er een snuifje zout aan toe en mix glad met een staafmixer.
De clafoutis
Verwarm de oven voor tot 180 °C.
Schil de ananas en verwijder de kern. Snijd het vruchtvlees in blokjes.
Smelt een klont boter in een pan en bak de ananasblokjes even op. Strooi er suiker over en laat kort karamaliseren.
Verdeel de ananas over ovenvaste schaaltjes en giet er het beslag over.
Laat 30 minuten bakken in de voorverwarmde oven.