Laat de gelatineblaadjes weken in koud water.

Giet de melk en de room in een steelpan en rasp er de schil van een limoen bij. Voeg er volgens de suiker aan toe.

Snijd de vanillepeul in twee en schraap de zaadjes eruit. Voeg de zaadjes en de peul toe aan de melk en de room, en breng het geheel aan de kook. Knijp de gelatineblaadjes uit en laat ze oplossen in de melk.

Haal de vanillepeul uit de melk en de room en schenk het beslag voor de panna cotta’s in de potjes. Laat minstens 4 uur opstijven in de koelkast.

Meet het water af, doe het in een pot en breng het aan de kook, snijd de limoen in schijfjes en voeg toe. Schil de gember, snij hem in plakken en voeg ook toe aan het water. Voeg de suiker eraan toe, gevolgd door de steranijs en de kaneelstok. Snijd de vanillepeul in twee en schraap de zaadjes eruit. Voeg de zaadjes en de peul toe. 

Snijd de schil van de ananas en haal alle harde puntjes uit het vruchtvlees.

Snijd het vruchtvlees (maar niet de kern van de ananas) in blokjes, doe ze in een kom en giet er de marinade over.

Laat het geheel afkoelen in de koelkast.

Haal de steranijs, de kaneelstok en de vanillestok uit de marinade.

Doe een hoop ijsblokjes in een kan en doe er enkele takken munt in. Snijd de citroen in schijven en doe ze erbij. Giet de afgekoelde marinade rechtstreeks op de ijsblokjes.

Haal de opgestijfde panna cotta uit de koelkast. Breng een potje water aan de kook. Dompel de panna cotta’s kort in het warme water en draai ze om op een bordje.

Schik er wat blokjes ananas bij en werk af met wat verkruimelde spritskoeken.

Serveer de limonade er apart bij.