
Rendang is een Indonesische stoofschotel die je een beetje kunt vergelijken met ons stoofvlees. Het vlees krijgt natuurlijk een heel andere smaak door de pasta van gember, knoflook en chilipeper en de gebruikte specerijen. In plaats van bier gebruik je kokosmelk. Jeroen serveert de rendang met een frisse raïta en warm naanbrood.
Ingrediënten
- 1 kg rundstoofvlees
- 2 rode ui
- 30 g gember
- 1 chilipeper
- 2 teentje knoflook
- 1 stengel citroengras
- 4 limoenblaadje
- 5 dl kokosmelk
- 4 dl bouillon
- olie
- boter
- 1 koffielepel trassie
- 1 koffielepel currypasta
- 2 eetlepel kurkuma
- 1 eetlepel komijn
- 1 eetlepel korianderpoeder
- zout
- peper
- 1 komkommer
- 3 dl yoghurt
- 0.25 bussel koriander
- 1 limoen
- peper
- zout
- naanbrood
Benodigdheden
- een hakmolen met S-vormig mes
Bereiding
Rendang
Haal het stoofvlees uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.
Verwarm de oven voor tot 180 °C.
Pel en halveer de uien. Snijd ze in halve ringen.
Verhit een scheut olie in een kookpot. Stoof er de uien in aan.
Schil de gember en pel de knoflook. Snijd de chilipeper met zaadjes in stukken. Doe alles in de hakmolen en voeg er trassi en currypasta aan toe. Mix tot een korrelige pasta.
Doe de pasta bij de uien en kruid met kurkuma, komijn en korianderpoeder.
Verhit een scheut olie met een klontje boter in een pan. Kruid het vlees met peper en zout en bak het rondom aan.
Doe het vlees in de kookpot bij de uien.
Blus met kokosmelk en bouillon.
Kneus het citroengras en leg het in de kookpot. Doe er de limoenblaadjes bij.
Meng alles goed door elkaar en zet de kookpot zonder deksel ongeveer een uur in de voorverwarmde oven.