
Vandaag gaan we de oosterse toer op. In Japan eten ze misosoep of ramen zoals wij een pak friet halen. Dat is uiteraard een pak gezonder en het smaakt bovendien geweldig. De misopasta en het eekhoorntjesbrood in ramen zijn typische voorbeelden van ‘umami’, de vijfde smaak die zo kenmerkend is voor de Japanse keuken.Jeroen gebruikt groentebouillon en tofoe voor een vegetarische versie, maar je kan natuurlijk ook kippen- of vleesbouillon gebruiken en blokjes kip of varkensvlees toevoegen.
Ingrediënten
- 2 liter groentebouillon
- 100 g miso
- 8 g eekhoorntjesbrood
- 200 g sluimererwten
- 200 g shiitake
- 200 g sojascheut
- 1 paksoi
- 2 teentje knoflook
- 1 chilipeper
- 20 g gemberwortel
- 400 g tofoe
- 270 g sobanoedels
- 4 lente-uitje
- 2 eetlepel zeewier
- 2 eetlepel sojasaus
- 1 eetlepel sesamolie
Benodigdheden
- een fijne rasp
- een zeef
Bereiding
Voorbereiding
Ontdooi en verwarm 2l groentebouillon. Je kan ook zelf verse bouillon maken.
De misosoep
Houd de bouillon tegen het kookpunt aan op een heel laag vuur.
Doe het gedroogde eekhoorntjesbrood bij de bouillon.
Pel de knoflook en rasp de tenen bij de bouillon. Snijd het chilipepertje in twee, verwijder de zaadjes en snipper de helft fijn. De andere helft bewaar je voor een andere bereiding. Doe de gesnipperde chili bij de bouillon. Schil de gember en rasp hem ook bij de bouillon.
Snijd de sluimererwten in fijne lange reepjes. Verwijder het steeltje van de shiitakes en snijd ze in fijne plakjes. Was de paksoi en snijd het onderste deel weg. Snipper het witte deel fijn want dat heeft meer garing nodig. Hak de bladeren grof.
Zeef de bouillon.
Zet water op in aparte pannen voor de sobanoedels en voor de eieren.
Afwerken en serveren
Doe de misopasta bij de bouillon en roer hem met een garde los. Laat de bouillon niet meer koken want dan verandert de smaak van de miso en gaan de gezonde eigenschappen verloren.
Doe de sluimererwten, shiitake, paksoi en sojascheuten bij de bouillon. Voeg er het gedroogde zeewier aan toe.
Kook de eieren 7 minuten zodat ze net niet hardgekookt zijn.
Kook de sobanoedels (of noedels naar keuze) gaar zoals aangegeven op de verpakking. In dit recept gebruikt Jeroen sobanoedels met een kooktijd van 4 minuten.
Giet de noedels af in een vergiet. Snipper het lichtgroene en het witte deel van de lente-uien fijn.
Snijd de tofoe in blokjes.
Breng de bouillon op smaak met sojasaus en sesamolie en roer om.
Verdeel de noedels over soepkommen. Schep er bouillon met groenten over.
Pel de eieren en snijd ze in twee. Werk elke kom af met een ei, blokjes tofoe en gesnipperde lente-ui.