Spoel 2 frietaardappelen en leg ze op een laagje grof zout in een ovenschaal. Schuif de ovenschaal in de oven en pof de aardappelen voor ongeveer 40 minuten in een voorverwarmde oven van 180°C.

Spoel de prei en snijd hem grof, alsook de uien, de look en de aardappelen.

Laat een klont boter smelten in een grote pot. Stoof de gesneden groenten aan in de pot. Houd een deel van de gesneden prei apart en voeg ze op het einde toe nadat de soep gemixt is. Bevochtig de groenten met de groentebouillon en breng de soep aan de kook. Kruid bij met flink wat zout en een bouquet garni. Laat de soep koken met een deksel op.

Snijd de kabeljauw in grote stukken.

Verwarm de melk met de blaadjes laurier, de tijm, een snuif foelie en een teentje look in een steelpannetje en leg de stukken vis erin. Laat de vis garen.

Haal de aardappelen uit de oven wanneer ze gaar zijn en pel ze. Draai de aardappelen door een passe-vite en kruid de puree met peper en zout.

Voeg de vis, eens gaar, toe aan de aardappelpuree en meng alles goed tot je een stevige brandade, een soort zachte puree, hebt. Breng op smaak met peper en zout. Er mag nog kruiding naar believen toegegvoegd worden: kervel, peterselie, enz.

Vorm kleine balletjes van de brandade. Laat wat boter smelten in een pan en bak de aardappelballetjes met brandade goudbruin in de boter.

Haal de bouquet garni uit de soep, mix ze glad en kruid bij naargelang smaak. Voeg nu de aparte gehouden prei toe en breng de soep nog een laatste keer aan de kook.

Schep een lepel soep in een bord en werk de soep af met de brandadeballetjes en een kringetje room.