
Opgelegde zoetzure rode kool is lekker in slaatjes of als bijgerecht bij allerlei winterse gerechten. De kool wordt niet gekookt, maar gaart in een marinade van water, azijn en suiker. ‘Wecken’ is een ouderwetse maar heel efficiënte manier om groenten te bewaren. Je hebt speciale weckbokalen met een rubberen dichtingsring nodig die je vult met de groenten, allerlei kruiden, specerijen en marinade. Dan sluit je de bokalen en zet je ze een half uur in een speciale weckketel op 90°C. Als je ze op een koele, donkere plaats bewaart, blijven ze maandenlang goed.
Ingrediënten
- 1 rode kool
- 75 cl azijn
- 75 cl water
- 10 eetlepel suiker
- 10 steranijsje
- 4 kaneelstokje
- 4 koffielepel mosterdzaad
- 8 blaadje laurier
- 8 takje tijm
Benodigdheden
- 2 grote weckbokalen (met rubberen dichtingsring)
- weckketel of grote kookpot
Bereiding
De weckbokalen voorbereiding
De ingelegde rode kool
Haal de buitenste bladeren van de kool en snijd ze in vier. Rasp of snipper ze heel fijn. Dat gaat het eenvoudigst met een speciale rasp of een mandoline.
Breng de azijn met het water en de suiker aan de kook.
Vul 2 gesteriliseerde weckbokalen voor de helft met de gesnipperde rodekool. Leg in elke bokaal 3 steranijs, 1 kaneelstok, 1 koffielepel mosterdzaad, 4 takjes tijm en 2 blaadjes laurier. Vul de bokaal tot aan de rand met rodekool en leg er dan weer 1 koffielepel mosterdzaad, 1 kaneelstok, 2 steranijs en 2 blaadjes laurier op.
Giet de marinade over de kool.
Sluit de bokalen.
Vul een weckketel met water. De bokalen moeten ongeveer voor driekwart onder staan. Breng het water tot net onder het kookpunt (bij een weckketel gaat dat eenvoudig met de thermometer) en laat de bokalen 30 minuten ‘wecken’.
Haal de bokalen uit het water en bewaar ze op een donkere, koele plaats.