
Met deze basisgrondstoffen – kotelet, savooikool en aardappelen – kun je heel veel kanten uit. Jeroen maakt een mosterdpuree en stooft de groene kool met sjalotten en knoflook. De koteletten bak je gewoon in de boter. De beste Dagelijkse kost!
Ingrediënten
- 4 kotelet
- 800 g aardappel
- een snuif bicarbonaat
- 0.5 savooikool
- boter
- 2 sjalot
- 1 teen knoflook
- peper
- zout
- nootmuskaat
- een scheut melk
- 2 eierdooier
- 1 eetlepel graanmosterd
- 1 eetlepel scherpe mosterd
Benodigdheden
- een pureestamper
Bereiding
Bereiding
Haal het vlees uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.
Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water.
Breng water met een snuif bicarbonaat aan de kook in een hoge kookpot.
Haal de bladeren van de savooikool. Verwijder de harde nerf in het midden. Rol de grote bladeren op en snijd ze in fijne reepjes.
Kook de kool (niet te lang) in het water.
Smelt een klont boter in een hoge pan.
Pel en snipper de sjalotten.
Stoof de sjalotten in de boter. Kneus en pel de knoflook. Snipper de teen en plet hem met een mes. Doe de lookpulp bij de sjalotten.
Giet de kool af en laat uitlekken. Stoof ze aan met de sjalotten. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.
Smelt een klont boter in een pan. Kruid de koteletten aan beide kanten met peper en zout. Bak ze aan beide kanten in de boter.
Giet de aardappelen af en plet ze tot puree met een klontje boter, een scheutje melk, de eierdooiers, een snuif zout, graanmosterd en scherpe mosterd.
Serveer de koteletten met de savooikool en de mosterdpuree.