Kotelet met bloemkool in witte saus en gekookte aardappelen

Met pickles kan je dagelijkse kost meteen naar een hoger level tillen. Jeroen verrast door de toets van pickles te verwerken in een heerlijk jasje rond de koteletten. Dit in combinatie met bloemkool in witte saus en een lekkere aardappelen vormen het recept tot een portie échte Vlaamse kost. 

Ingrediënten

  • 4 varkenskotelet
  • 800 g aardappelen
  • 70 g boter
  • 1 klont boter
  • 40 g bloem
  • 7 dl melk
  • 1 bloemkool
  • 40 g gemalen kaas
  • 3 eetlepel pickles
  • 60 g panko
  • peper
  • zout
  • nootmuskaat
  • 0.5 citroen
  • 1 bussel waterkers

Benodigdheden

  • een keukenrobot

Download de app

Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.

Partners

Bereiding

Voorbereiding

Haal het vlees uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.

Bereiding

Verwarm de oven voor op de grillstand. Zet een grote kookpot met water op het vuur en breng aan het koken.

Schil de aardappelen en snijd ze doormidden. Doe in een andere kookpot met water en zet ook deze op het vuur. Kook de aardappelen gaar.

Start met het maken van een roux door de boter te laten smelten en er de bloem aan toe te voegen.

Schenk de melk bij de geurige roux. Roer geduldig door met een garde tot de saus pruttelt en bind tot een gladde bechamelsaus. Haal de saus van het vuur. 

Versnijd de bloemkool in roosjes en leg in de kookpot met het kokende water. Kook ze gaar.

Zet een pan op het vuur. Kruid de koteletten aan beide kanten met peper en zout. Verhit een klont boter in de pan en laat het vlees enkele minuten aan beide kanten bakken. Denk eraan: koteletten zijn het lekkerst rosé gebakken! 

Snijd de boter in kleine blokjes en doe in een keukenrobot. Voeg hier de panko aan toe. Doe er de gemalen kaas en pickles bij. Maal het geheel fijn.

Giet de bloemkoolroosjes af wanneer ze gaar zijn. 

Kruid het picklesbeslag met peper en zout. Smeer de koteletten in met een laagje van het beslag en zet de pan kort in de oven.

Zet de witte saus opnieuw op een zacht vuur. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Voeg hier eventueel nog wat geraspte kaas en een scheutje melk aan toe. Werk het geheel af met citroensap. Meng de bloemkoolroosjes onder de witte saus en haal van het vuur.

Haal het vlees opnieuw uit de oven als het korstje een mooie goudbruine kleur heeft gekregen.

Schep wat bloemkool op een bord en voeg er wat aardappelen aan toe. Breng kleur in het bord door er enkele takjes waterkers bij te leggen. Werk af met de gegrilde koteletten. Smakelijk!

Kotelet met bloemkool in witte saus en gekookte aardappelen