Konijn is een klassieker in de Belgische keuken. Het vlees is mager en heeft geen lange gaartijd nodig. Jeroens grootmoeder maakte er heel klassieke bereidingen mee, maar je kunt er heel wat andere kanten mee uit.Dit recept met zoete en zure toetsen is Aziatisch geïnspireerd. Zorg ervoor dat de verhouding zoet-zuur goed in evenwicht is en maak het eventueel een klein beetje pikant. Deze stoofpot kun je gemakkelijk een dag van tevoren klaarmaken zodat je de volgende dag in geen tijd eten op tafel hebt.
Ingrediënten
- 1 konijn
- 3 wortel
- 1 rode paprika
- 200 g sluimererwten
- 100 g babymaïs
- 100 g sojascheut
- 120 g bamboescheut
- 1 rijst
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- 140 g tomatenpuree
- 50 g tomatenketchup
- 2 eetlepel honing
- 6 eetlepel chilisaus
- 2 dl appelazijn
- 1 koffielepel Harissa
- 6 dl water
- 2 eetlepel maïzena
- scheutje olijfolie
- peper
- zout
Benodigdheden
- een grote stoofpot
Bereiding
Het konijn
Snijd het rugzadel van het konijn in twee. Kruid alle delen met peper en zout
Verhit een flinke scheut olijfolie in een grote pot. Kleur alle stukken konijn rondom in de olie.
Pel de ui en snijd hem in stukken. Pel de look en snipper hem fijn. Schil de wortelen en de paprika. Snijd de wortelen in stukken. Verwijder zaden en zaadlijsten van de paprika en snijd hem ook in stukken.
Haal het konijn uit de pot en houd apart.
Fruit de ui met de knoflook in de pot waarin het konijn gebakken werd. Doe er de wortel en de paprika bij en laat mee stoven.
Voeg er tomatenpuree, ketchup en honing aan toe. Deglaceer met appelazijn en water en kruid met chilisaus en een klein beetje harissa. Strooi er een snuif zout over en leg het konijn weer in de pot.
Laat het konijn 30 tot 45 minuten garen met het deksel op de pan.