
Jeroen maakt vandaag dagelijkse kost uit Lombardije klaar: dunne kalfslapjes met boter, witte wijn, kappertjes, peterselie en citroen. Het is een eenvoudig en puur gerecht dat je serveert met aardappelen en een frisse salade van rucola.
Ingrediënten
- 800 g ratte-aardappel
- boter
- 4 kalfslapje
- 2 eetlepel bloem
- peper
- zout
- 2 citroen
- 100 g kappertjes
- 2 dl witte wijn
- 0.5 bussel platte peterselie
- grof zout
- een handvol rucola
- olijfolie
- balsamicoazijn
Benodigdheden
Bereiding
Bereiding
Kook de aardappelen gaar in gezouten water.
Smelt een klont boter in een grote pan. Kruid de kalfslapjes met peper en zout. Doe de bloem in een schaal en haal het vlees erdoor.
Bak het vlees aan beide kanten in de boter.
Giet de aardappelen af en laat ze wat afkoelen.
Snijd de schil van 1 citroen weg tot vlak tegen het vruchtvlees (peler à vif). Snijd de citroen in plakjes.
Haal het vlees uit de pan en houd warm. Giet wat van de vetstof weg maar zorg dat de aanbaksels in de pan blijven. Smelt een nieuw klontje boter in de pan.
Bak de kappertjes in de boter. Pers er een citroen bij uit. Blus met de witte wijn en laat inkoken.
Leg het vlees terug in de pan.
Leg de plakjes citroen op het vlees en kruid met peper en zout.
Snipper de peterselie en strooi hem over het vlees. Laat even verder garen onder deksel.
Pel de aardappelen en snijd ze in stukken. Strooi er eventueel wat grof zout over.
Meng de rucola met een likje olijfolie en balsamicoazijn. Kruid met peper en zout.
Serveer de piccata met rucola en gekookte aardappelen.