Everzwijnkoteletjes met gratin, boontjes en pepersaus

Het eerste wildgerecht van het twaalfde seizoen is een feit! En wat voor één... Heerlijk sappige everzwijnkoteletjes met een smeuïge gratin dauphinois, boontjes met spekjes en om het gerecht helemaal af te werken een zelfgemaakte pepersaus. Echt eten op zijn zondags!

Ingrediënten

  • 3 dl melk
  • 3 dl room
  • 2 teentjes look
  • 1 teentje look
  • een takje tijm
  • enkele takjes tijm
  • 4 blaadjes laurier
  • een snuif nootmuskaat
  • 800 g frietaardappelen
  • een klontje boter
  • 400 g prinsessenboontjes
  • 1 sjalot
  • 200 g gerookt spek
  • 800 g everzwijnkotelet
  • 1 ajuin
  • 2 eetlepel steakpeper
  • scheut cognac
  • 4 dl bruine fond

Benodigdheden

Download de app

Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.

Partners

Bereiding

Bereiding

Doe de room met de melk, de laurier, de tijm en de nootmuskaat in een steelpannetje, voeg de teentjes look eraan toe en breng het geheel op een zacht vuur voor de helft aan de kook.

Schil de aardappelen en snijd ze in dunne plakken.

Boter een ovenschaal in en schik de plakjes aardappel er in laagjes in, zoals dakpannen over elkaar zodat alles mooi bedekt is. Giet het roommengsel door een zeefje op de aardappelen, verdeel de kaas erover en schuif de ovenschaal 45 minuten in een voorverwarmde oven van 180°C.

Kuis de boontjes en kook ze net gaar in gezouten water, rasp er nog wat nootmuskaat over. Snipper de look en de sjalot fijn. Snijd het spek in reepjes.

Laat wat boter smelten in een pot en bak de spekjes erin aan. Voeg de sjalot en de look eraan toe en laat even stoven. Voeg er tot slot nog de gaar gekookte boontjes aan toe. Breng op smaak met wat peper.

Kruid de everzwijnkoteletjes met peper en zout. Laat een klontje boter smelten in een pan en kleur de koteletjes kort in de boter. Haal de koteletjes uit de pan en houd ze even warm onder aluminiumfolie.

Snipper de ui fijn. Laat een nieuw klontje boter smelten in de pan van de koteletjes en stoof er de ui in aan. Voeg de steakpeper, de tijm en de laurier eraan toe en laat even meebakken.

Flambeer met een scheutje cognac en voeg de bruine fond toe. Laat het geheel even inkoken. Wanneer de saus mooi gebonden is, haal je de tijm en de laurier uit de saus en breng je de saus op smaak met peper en zout.

Warm de koteletjes eventueel nog even op in de oven en serveer ze met de gestoofde boontjes met spek, een stuk aardappelgratin en de pepersaus.

Everzwijnkoteletjes met gratin, boontjes en pepersaus