Schil de aardappelen.

Smelt een klont boter in een soepketel op het vuur. Pel en snijd de ajuinen in grove stukken. Stoof ze in de boter.

Snijd het groen van de prei en spoel de stronken onder stromend water zodat alle aarde weg is. Was ook de selder. Snijd de prei en de selder in grove stukken en laat mee aanstoven in de boter.

Snijd ook 4 van de 6 aardappelen in stukken en doe ze in de cocotte. Snijd de overige 2 aardappelen in blokjes en kook ze apart in gezouten water. Die gebruik je later als garnituur.

Kneus en pel de knoflook. Snijd de tenen grof en doe ze bij de groentemix.

Giet er de groentebouillon en het water bij. Een recept om zelf groentebouillon te maken vind je hier.

Bind de rozemarijn, tijm en laurier samen met keukentouw. Leg het bouquet garni in de soepketel. Breng verder op smaak met peper en zout.

Laat zeker 30 minuten garen onder deksel.

Vis het bouquet garni uit de soep.

Snijd met een gekarteld (brood)mes een ‘hoed’ van het ronde brood. Pluk een deel van het broodkruim eruit, druk het resterende broodkruim stevig aan zodat de soep er straks niet uitloopt.

Doe wat van het broodkruim bij de soep om te binden.

Laat het uitgeholde brood kort roosteren in de oven op 175 °C. Na 10 tot 15 minuten is het brood voldoende getoast om straks dienst te doen als individuele soepkom.

Mix de soep met een staafmixer. Doe er een flinke scheut room bij en mix verder.

Giet de aardappelen af en laat ze even afkoelen.

Haal het zwoerd van de ham en snijd de ham in reepjes.

Haal het uitgeholde brood uit de oven. Vul het met enkele reepjes ham, stukjes aardappel en maïs.

Schep er de dikke soep in en werk af met enkele plukjes kervel.