
Een stevige soep met boerentenen en daarbij een toast met gebakken spek: dat is dagelijkse kost voor in het putje van de winter. Boerentenen of molbonen zijn grote witte bonen die je zowel vers als gedroogd kan krijgen. De verse kun je meteen gebruiken. Gedroogde bonen week je altijd eerst een nacht in koud water.
Ingrediënten
- 1 bussel prei
- 3 stengel selder
- 0.5 bloemkool
- 650 g boerentenen
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- 3 liter groentebouillon
- 2 eetlepel mosterd
- boter
- tijm
- laurier
- rozemarijn
- peper
- zout
- 200 g spek
- 4 sneetje brood
- boter
- peper
- waterkers
- scheutje room
Benodigdheden
- een staafmixer
- een zeef
Bereiding
Voorbereiding
Ontdooi en verwarm 3 l groentebouillon. Je kan ook zelf een verse ketel bouillon klaarmaken.
Gebruik je gedroogde boerentenen? Week ze dan een nacht in koud water.
De soep
Pel de ui en snijd hem grof. Spoel de prei en snijd het wit fijn. Maak de selder en de bloemkool schoon en snijd ze in stukken. Kneus en pel de knoflook.
Smelt een flinke klont boter in een soepketel. Stoof de uien en doe er de rest van de groenten bij. Laat alles even aanstoven en voeg er dan de boerentenen aan toe.
Giet de warme bouillon bij de groenten en vul eventueel aan met water tot alle groenten onder staan. Breng aan de kook.
Bind tijm, laurier en rozemarijn samen tot een bouquet garni en leg het in de soep.
Zet een deksel op de soepketel en laat 20 tot 30 minuten sudderen op een zacht vuur tot de bonen gaar zijn. Gedroogde bonen moeten wat langer koken dan verse.
Haal het bouquet garni uit de soep. Mix de soep en giet ze door een zeef.
Breng de soep op smaak met witte peper, zout en mosterd.
Boterham met spek
Afwerken en serveren
Doe de soep in kommen of diepe borden. Werk af me een beetje room.
Leg het spek op het brood en werk af met een lepel mosterd en een handje waterkers.