Verwarm de oven voor op 200°C.

Rooster de kipkarkassen gedurende 40 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudbruin zijn. 

Schil de wortelen en snijd ze grof. Spoel de selder onder koud water en ook snijd hem grof. Pel de uien en snijd ze in grote stukken. Pel de look.

Leg de kipkarkassen met de grofgesneden groenten in een ruime casserole en voeg er de tijm, laurier, rozemarijn en kruidnagels aan toe. 

Vul de casserole met water, breng de bouillon aan de kook en laat even trekken. 

Snijd de kalkoenbout in 2 stukken en kruid bij met witte peper en grof zout. Kook ze voor ongeveer 3 uur in de bouillon tot ze gaar zijn. 

Laat de zilveruien weken in een kom met heet water en pel ze daarna. 

Leg de zilveruien in een pannetje met een klont boter, een scheutje water, peper en zout. Laat de zilveruien garen onder een deksel op een zacht vuur. Haal ze van het vuur als ze gaar zijn. 

Stort het gehakt in een de kom van de keukenmachine. 

Breek er een ei bij en voeg er het paneermeel en de truffelpasta aan toe. Laat de keukenmachine alles goed onder elkaar mengen met behulp van het K-vormig hulpstuk. 

Haal 2 soeplepels bouillon uit de ruime casserole en giet in een kleiner pannetje. Zet het pannetje op het vuur. 

Rol balletjes van het gehakt en gaar ze in de bouillon. Haal ze van het vuur als ze gaar zijn en laat ze afkoelen in de bouillon. 

Kuis de champignons en verwijder het kontje van de flower sprouts. 

Bak de champignons in een pan met een klontje gesmolten boter. Pel en plet een teentje look en voeg toe aan de champignons met een snuif zout en zwarte peper. 

Kook de flower sprouts gaar in water met een snuifje bicarbonaat. Kook de flower sprouts niet te plat, maar houd ze knapperig. 

Laat de champignons afkoelen in ruime mengkom. Giet de flower sprouts af als ze gaar zijn en spoel ze onder koud water. 

Snijd het gerookte spek in blokjes en bak ze goudbruin in een pan.

Spoel de raapjes en de wortel grondig onder koud water. Snijd de raapjes in kwartjes en de wortelen in grote stukken.

Leg de groenten in een ruime ovenschaal en voeg er de klontjes boter en het scheutje water aan toe. Breng op smaak met grof zout, peper, enkele laurierblaadjes en enkele takjes tijm. 

Rooster de groenten gedurende 30 minuten in de voorverwarmde oven.

Giet het gebakken spek af en doe het in de mengkom bij de champignons. Spoel de pan nog niet af.

Haal de kalkoenbouten uit de bouillon en laat ze afkoelen.

Leg een vel bladerdeeg klaar. 

Klop het eigeel los met een scheutje melk. Wrijf er het volledige bladerdeeg mee in en duw er vervolgens de kerstboompvormpjes in.

Snijd het overtollige bladerdeeg rond de vormpjes weg en leg de vormpjes met het bladerdeeg op een ovenschaal. Leg er een gewicht op, zoals een andere ovenschaal, en bak ze zo’n 20 minuten in de oven tot ze goudbruin zijn. 

Neem een tweede casserole en smelt er de boter in.

Voeg er de bloem aan toe en meng onder de boter tot een geurige roux. 

Houd een zeef boven de casserole en blus de roux met 1 liter van de bouillon. Breng al roerend aan de kook en breng op smaak met een flinke snuif zwarte peper en een scheutje room. Blijf roeren tot je een mooie gebonden saus hebt. 

Pluk het vlees van de bouten.

Giet de afgekoelde balletjes af.

Breng de saus op smaak met een scheutje room en een flinke snuif peper. Doe er de zilveruien met de boter bij, gevolgd door de balletjes en de gebakken champignons met het spek.

Haal de geroosterde groenten uit de oven. 

Breng de videe op smaak met een flinke snuif nootmuskaat en voeg er de kalkoen aan toe.

Bak de flower sprouts kort in de pan waar eerder de blokjes spek in zijn gebakken.

Bak de kroketten goudbruin in een hete friteuse.

Haal de kerstboompjes van bladerdeeg uit de oven. 

Serveer de geroosterde groenten, de flower sprouts en de kroketten bij de videe en werk af met een kerstboompje van bladerdeeg en wat fijngesneden krulpeterselie.