
Gebakken vis, zuurkool in witte wijnsaus en aardappelrösti: een stevige bereiding waar je het lekker warm van krijgt.
Ingrediënten
- boter
- 1 ajuin
- 1 groene appel
- 495 g zuurkool
- enkele takjes tijm
- enkele blaadjes laurier
- 1 kruidnagel
- enkele peperbolletjes
- 4 jeneverbessen
- 1 dl witte wijn
- 5 dl room
- 4 koffielepel graanmosterd
- zout
- 600 g frietaardappelen
- peper
- zout
- boter
- 4 goudbrasemfilet
- zout
- boter
- waterkers
Benodigdheden
- een rasp of mandoline
Bereiding
De zuurkool
Smelt een klont boter in een grote kookpot.
Pel en snipper de ui. Stoof hem in de boter.
Schil en rasp de appel. Stoof de appelrasp met de ui maar laat niet kleuren.
Doe de zuurkool in de kookpot en kruid met tijm, laurier en kruidnagel.
Kneus de peperbollen en de jeneverbessen een beetje en doe ze ook bij de zuurkool.
Bevochtig de zuurkool met de witte wijn en laat uitkoken op een zacht vuur.
Voeg de room toe wanneer al het vocht verdampt is. Roer er ook de graanmosterd door en kruid met zout. Laat de zuurkool inkoken.
De rösti
Schil de aardappelen en rasp ze met de mandoline. Spoel ze niet want het zetmeel is nodig.
Kruid de aardappelrasp met peper en zout.
Smelt een klontje boter of wat ghee in een pan. Maak met een lepel kleine aardappelkoekjes en bak ze aan beide kanten goudbruin in de vetstof.
De goudbrasem
Maak kleine insnijdingen in het vel van de visfilets zodat ze niet omkrullen tijdens het bakken. Verwijder eventuele graten.
Kruid de visfilets met zout.
Smelt een klont boter of wat ghee in een pan. Bak de visfilets eerst op de velkant. Duw eventueel op de vis als de filets wat opkrullen.
Draai de filets om wanneer ze bijna gaar zijn en zet het vuur uit.
Afwerken en serveren
Serveer de gebakken goudbrasem met de rösti en de zuurkool. Werk af met een beetje waterkers.