
Je keukenmachine kan drie handelingen voor je uitvoeren: mengen, kneden en (op)kloppen. Voor elke optie heb je dan ook een ander opzetstuk nodig:
1. De haak
Lees je in een recept wel eens ‘kneed tot het deeg begint te bollen’? Dat is het signaal om je haakvormig opzetstuk uit de kast te halen. De haak van je keukenmachine helpt je namelijk met deeg kneden zonder dat jij je handen moet vuilmaken. Ideaal wanneer je zelf pizza, brood of pasta wil maken. Voor deze bereidingen zet je de keukenmachine het best op een lage stand. De haak kneedt in een planetaire beweging (rond zijn as) en zorgt voor een egaal resultaat. En jij bespaart jezelf van kramp in je vingers. ;-)

2. Het K-vormig hulpstuk
Deeg dat niet hoeft te rijzen of iets ‘zachter’ is, moet je niet kneden maar wel mengen. Wil je bijvoorbeeld een dik beslag of een taartvulling zoals frangipane maken? Monteer dan ‘de K’ op je keukenmachine. De naam van dit opzetstuk verwijst naar z’n originele vorm. Ondertussen kan die wel wat verschillen van een echte ‘K’ maar toch blijven we het een K-vormig hulpstuk noemen. Ook wanneer Jeroen gehakt en kruiden wil mengen om balletjes van te rollen gebruikt hij steevast dit opzetstuk.

3. De klopper
Last but not least: het opzetstuk dat een beetje lijkt op een groot uitgevallen garde. De klopper is je beste vriend wanneer je luchtige mousses, slagroom en ruban wil klaarmaken. Heb je opgeklopte eiwitten nodig? Laat de keukenmachine z’n ding doen op de hoogste stand en werk ondertussen verder aan de rest van je bereiding. Echt goed gerief!
