Instructies
4 personen
Het beslag
0,1 l Room, 0,1 l melk, 20 g vanillesuiker, 1 snuifje kaneelpoeder, 1 snuifje nootmuskaat
1
Zet een braadpan op een zacht vuur. Laat de pan even voorverwarmen.
3 eieren
2
Doe de eieren in een mengschaal en voeg de room en de melk toe. Klop alles los met de garde.
3
Voeg een schepje vanillesuiker toe, of wat suiker en enkele druppels vanille-extract.
4
Voeg naar smaak een snuif kaneelpoeder en wat vers geraspte nootmuskaat toe. Overdrijf niet, maar zorg toch voor voldoende smaak. Roer het mengsel.
De wentelteefjes en de bananen
4 briochebrood, 2 bananen, 2 boter, 1 el bruine suiker
5
Smelt een klontje boter in een braadpan op een matig vuur.
6
Snijd voor elk een dikke snee briochebrood. Gebruik een broodmes om probleemloos door het malse brood te snijden. De boterham mag twee tot drie centimeter dik zijn. (Uiteraard kan je ook oud brood gebruiken.)
7
Sop het brood even in het eiermengsel en leg het in de bruisende boter. Laat de wentelteefjes rustig bakken, tot ze langs beide zijden een goudbruin korstje hebben en de broodkorsten knapperig zijn.
8
Pel intussen de bananen en snijd ze in dikke ronde schijfjes (tot 2 cm dik)
9
Schep de wentelteefjes uit de pan en hou ze warm. Gebruik een prop keukenpapier om de braadpan even uit te vegen. Doe er opnieuw een klontje boter in en smelt dit op een zacht vuur.
10
Bak de schijfjes banaan een paar minuten langs beide zijden. Laat ze niet te lang in de pan liggen, want dan worden de vruchten papperig.
11
Strooi op het einde van de bakbeurt een lepeltje bruine suiker over de schijfjes banaan en laat de suiker nog heel even meebakken.
12