Instructies
4 personen
Het beslag
400 g boter
1
Weeg alle ingrediënten zorgvuldig af. Begin met de boter.
2
Zet een kookpot op een laag vuur en smelt hierin de boter. Het is niet de bedoeling dat de boter kleurt, dus hou dit in de gaten.
500 g patisseriebloem, 300 g suiker
3
Neem de mengkom van de keukenmachine en doe hierin de bloem en de suiker.
TIPJe kan 1/3 van de klassieke kristalsuiker vervangen door vanillesuiker
0,5 koffielepel bakpoeder, 1 el vanillepuddingpoeder
4
Voeg ook het bakpoeder toe en het puddingpoeder (poeder voor vanillepudding).
1 vanillestokje
5
Snij de vanillestok overlangs en schraap uit elke helft de vanillezaadjes. Doe deze vanillezaadjes bij het bloemmengsel.
6
Plaats de mengkom op de keukenmachine en laat ze draaien op lage snelheid. Gebruik het “K”-vormige menghulpstuk om het beslag te bereiden.
6 eieren
7
Breek de eieren één voor één in de kom tot je een egaal beslag verkrijgt.
8
Laat de machine een minuutje draaien en schenk er vervolgens de gesmolten boter bij.
1 snuifje zout
9
Laat de machine nog een minuut draaien, tot je het perfecte wafelbeslag krijgt. Voeg ook een snuifje zout toe.
10
Stort het wafelbeslag in een schaal en zet het minstens een uur in de koelkast. Het beslag moet opstijven. (De uitgespatelde mengkom zal vast wel liefhebbers vinden die de restjes vers beslag lusten...)
De wafels bakken
11
Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand.
12
Haal het beslag uit de koelkast en schep er met een eetlepel een balletje uit. (Reken ong. 40 g beslag per wafel.)
13
Leg twee balletjes beslag naast mekaar in het wafelijzer en bak ze tot twee goudbruine wafeltjes. Gebruik een (prik)vork om de wafels uit het ijzer te halen.
TIPEen warm versgebakken wafeltje is ook bijzonder lekker !
14
Leg de gebakken wafels op een rooster zodat ze kunnen afkoelen.
TIPBewaar de wafels in een afgesloten koekentrommel