Instructies

4 personen
1

Verhit een scheutje olijfolie in een grote pan. Bak de stukken konijn goudbruin. Kruid met peper en zout.Blus met de witte wijn. Voeg de kalfsfond toe dek af en laat het konijn op een laag vuur 45 minuten garen. Voeg indien nodig af en toe een scheutje water toe. 

2

Spoel de prei en snijd in ringen. Snijd de kastanjechampignons in partjes. Snijd de grote boschampignons in stukjes. Smelt een klontje boter en stoof de prei en champignons gaar tot alles licht gekaramelliseerd is. Kruid met peper en zout. 

3

Als het konijnenvlees zacht is haal je het vlees uit de pan. Blus de pan met de room. Meng het maiszetmeel met 2 eetlepels water en voeg toe aan de pan. Voeg mosterd toe en laat nog 1 minuut al roerend inkoken. Kruid bij met peper en zout.

4

Voeg de gebakken champignons en prei toe. Haal het vlees van de botten snijd in reepjes en voeg toe aan de saus. Meng alles goed. 

5

Verdeel over 4 ovenschaaltjes. Snijd rondjes bladerdeeg die iets groter zijn dan de ovenschaaltjes. Wrijf de randen van de ovenschaaltjes in met eigeel en bedek met het rondje bladerdeeg. Prik of knip in het midden een klein inkeping in het bladerdeeg. 

6

Wrijf het bladerdeeg in met eigeel en plaats in een voorverwarmde oven op 185 °C. 

7

Laat in de oven garen gedurende 25 minuten. Serveer meteen. Tip: lekker met een slaatje van gemengde sla of mosterdsla