Instructies

4 personen
1

Verwarm de oven voor op 180°C.

2

Jeroen baseert zijn rijstbereiding op een klassieke ‘pilav’.

3

Pel de ui en versnipper de bol fijn.

4

Verhit een scheutje olijolie in een stoofpot op een matig vuur.

5

Stoof de stukjes ui glazig in de olie. Meet de nodige hoeveelheid rijst af.

6

Doe de korrels in de stoofpot, roer en laat ze heel kort bakken. Schenk er het water bij en voeg een snuifje zout toe.

7

Kneus de stengel citroengras zo hard als je kan en doe de smaakmaker samen met de limoenblaadjes in de pot.

8

Knip een rondje uit het vel bakpapier, ter grootte van je kookpot. Leg het papier bovenop de rijst.

9

Zet het deksel op de (ovenvaste) pot en schuif de rijst in de oven. Daar kan de rijst heel gelijkmatig garen, zonder aan te branden. Reken hiervoor zo’n 10 minuten ( afhankelijk van de gaartijd die op de verpakking staat).

10

Snij de paksoi overlangs in kwarten en spoel ze schoon. (Je kan ook de kleinere ‘boksoi’ gebruiken, of maak de bereiding met snijbiet.)

11

Breng een flinke hoeveelheid water aan de kook. Leg de stukken paksoi in een schaal en schenk er het kokende water over, tot het verdikte onderste deel van de groente kopje onder doet. Het water zal dit deel van de groente beetgaar maken. De dunne bladeren zullen straks garen in de hete wok.

12

Bereid allerhande zaken voor, om straks snel te kunnen wokken. Schil het stukje gember. Pel de look en plet de tenen tot pulp.

13

Hak de rode chilipeper in piepkleine stukjes. Wie niet van pikant houdt gebruikt minder of geen chilipeper.

14

Pel de rode ui, snij de bol eerst overlangs in twee en vervolgens in grove julienne.

15

Maak de lente-uitjes schoon. Snij het wortelstuk weg en verwijder ook het buitenste blad van elk uitje.

16

Schil het stukje gember.

17

Verwijder het pantser van de scampi en maak een fijne insnijding langs de rug van elke grote garnaal. Verwijder het darmkanaal met de mespunt of een beetje keukenpapier.

18

Verhit je wok op een stevig vuur. Doe er een scheut druivenpitolie of arachideolie in.

19

Meng het maïszetmeel (maïzena) met een beetje water en roer.

20

Leg de scampi in de wok zodra de pan gloeiend heet is. Laat ze ongeveer een minuut liggen, tot de garnalen een korstje hebben. Draai ze nadien om.

21

Doe er kort nadien de halve uiringen, de lookpulp en de stukjes chilipeper bij. Rasp ook het stukje gember in de wok.

22

Wacht tot de uiringen een beetje glazig zijn. Laat de stukken paksoi even uitlekken en leg de XL-stukken groente in de hete wok.

23

Schud de inhoud van de wok tussendoor even op, of roer.

24

Strooi een snuifje van de Chinese specerijenmix ‘5 spices’ over de bereiding. Gebruik een hoeveelheid naar persoonlijke smaak.

25

Schenk de sojasaus in de wok, schep er enkele eetlepels van het opgelost maiszetmeel over en roer even. De ingedikte sojasaus kleeft nu als een smakelijk laagje rond de paksoi en de scampi.

26

Na een paar minuten is het gerecht al klaar.