Instructies

4 personen

De risotto:

0,6 l groentebouillon
1

Ontdooi of bereid verse groentebouillon volgens het basisrecept.

2 Sjalotten, 1 teentje Look
2

Pel de sjalotten en snipper ze fijn. Plet de look tot pulp met het lemmet van je koksmes.

3

Verhit een ruime stoofpot op een matig vuur. Schenk er een scheutje olijfolie in.  Stoof de snippers sjalot en de geplette look in de hete olie.

240 g risottorijst
4

Voeg er na een paar minuten de rijst bij en laat die heel kort meebakken. Schenk vervolgens 3/4 van de bouillon bij de rijst. Doe dit in de verhouding: 1/3 rijst + 2/3 kookvocht.

5

Zet het deksel op de pot en laat de rijst garen op een zacht vuur. Roer niet in de rijst. Controleer wel of je een schepje bouillon extra moet toevoegen. Werk intussen aan de bereiding van de zilveruitjes en de paddenstoelen.

De zilveruitjes en de boschampignons

250 g Zilverui
6

Leg de verse zilveruitjes te week in een potje met warm kraantjeswater. Een half uur later zullen de uitjes makkelijker gepeld kunnen worden.  Pel de uitjes en let erop dat je ook het fijn vliesje verwijdert dat rond elk uitje zit.

boter, 1 el kristalsuiker
7

Neem een kleine diepe pan en smelt er een klontje boter in. Stoof de uitjes in de bruisende boter en voeg tussendoor een lepel suiker toe. Roer en ‘glaceer’ de uitjes zonder de suiker te laten karameliseren.

8

Schep na enkele minuten de bouillon bij de geglaceerde zilveruitjes. Kook ze gaar op een zacht vuur. Dit duurt ongeveer 10 minuten. Laat de uitjes nadien uitlekken.

300 g bospaddenstoelen
9

‘Haal het bos uit de boschampignons!’ Kortom, maak ze voorzichtig schoon met een vodje of borsteltje en verwijder restjes aarde. Snij ook houtachtige stukjes steel af. Hele grote paddenstoelen kan je in stukken scheuren of snijden.

1 bosje bladpeterselie
10

Spoel de bladpeterselie schoon en laat het groen uitlekken. Snipper de blaadjes fijn.

11

Verhit een ruime pan op een stevig vuur. Smelt er een klontje boter in. Bak de paddenstoelen kort en krachtig in de pan. Voeg na een minuut de zilveruitjes toe.

De afwerking

60 g boter
12

Neem de flinke klont boter erbij om de risotto af te werken.  Doe de boter bij de warme rijst.  Roer pas in de rijst zodra de boter gesmolten is.  Gebruik bij voorkeur een zachte pannenlikker, die de rijstkorrels zo min  mogelijk beschadigt.

80 g Parmezaanse kaas
13

Rasp de Parmezaanse kaas fijn.  Schep de gemalen kaas, de gebakken boschampignons en de snippers peterselie door de rijst. Nu krijg je een rijkelijke smeuïge risotto.

peper, zout
14

Proef het resultaat en kruid de risotto met boschampignonsnaar smaak met wat zout en peper van de molen. Overdrijf niet want de kaas heeft al een redelijk zoute ‘bijdrage’ geleverd.

TIPAls de risotto te stevig is, dan kan je nog een beetje van de gesuikerde bouillon waarin je de zilveruitjes hebt gegaard toevoegen. Naar persoonlijke smaak…
15

Serveer de risotto in een diep bord.