Instructies

4 personen

Rillette van gerookte makreel

200 g makrelen, 75 g ganzenvet, 0,5 bosjes Bieslook, 0,5 citroenen, 1 snuifje cayennepeper, peper, zout, stokbroden
1

Als je een gerookte makreel zelf wil fileren (wil je dat niet, werk dan met filets en sla deze stap over): Verwijder de kop van de makreel, en halveer de gerookte vis. Verwijder ook zorgvuldig de grote visgraat.Aan de zijkant van elke filet zitten nog fijne graatjes. Trek deze eruit.

2

Breek het visvlees in stukjes en ga ondertussen na of er geen graatjes meer in zitten.

3

Smelt het ganzenvet in een pannetje op laag vuur.

4

Doe de stukjes gerookte makreel in de mengbeker van de keukenmachine. Plaats het hulpstuk voor beslag in de machine. Gebruik eventueel een handmixer, maar geen staafmixer, want in dat geval zal de vis gepureerd worden. Dat is niet de bedoeling!

5

Laat de machine kort draaien, zodat het visvlees fijner wordt.

6

Laat de machine nu verder draaien op een lage snelheid, en voeg het gesmolten ganzenvet beetje bij beetje toe aan de mengkom.

7

Neem de pot van de machine. Voeg een kleine snuif cayennepeper toe. (Voorzichtig, want deze peper smaakt bijzonder sterk.)

8

Voeg vervolgens ook het verse citroensap toe en een portie zeer fijn gesnipperde bieslook.

9

Schep het mengsel in het potje waarin je het later zal serveren, en laat de rillette afkoelen en opstijven in de koelkast (2 uur).

10

Snij kort voor het serveren het brood in sneetjes van zo’n 2 cm dik. Verwarm de oven voor op 180°C.

11

Druppel wat olijfolie over de sneetjes brood en schik ze op een ovenschaal.

12

Laat het brood enkele minuten toasten in de hete oven (180°C).

13

Serveer de pot rillette met de warme broodjes. Smeren maar!