Smelt het ganzenvet in een steelpannetje op een laag vuur.
1 gerookte makreel
2
Als je de gerookte makreel zelf wil fileren (wil je dat niet, werk dan met filets en sla deze en de volgende stap over): verwijder de kop van de makreel. Trek de huid van de vis en halveer hem voorzichtig. Nu kan je ook de visgraat in één beweging verwijderen.
3
Controleer het gerookt visvlees op achtergebleven graatjes, die aan de zijkanten van de stukken filet zitten. Pluk ze voorzichtig weg, met de hand of met een keukenpincet.
4
Breek het gerookt visvlees in stukken en doe ze in de mengkom van de keukenmachine. Laat het toestel kort draaien, zodat het visvlees fijner wordt.
1 el Zure room, 1 tl mierikswortel pasta
5
Laat de machine nu verder draaien op een lage snelheid, en voeg het gesmolten ganzenvet beetje bij beetje toe. Doe er ook de mierikswortelpasta en de zure room bij.
peper, 0,5 bosjes Bieslook
6
Neem de pot van de machine. Breng op smaak met peper en wat fijngesneden bieslook.
7
Schep het mengsel in een spuitzak. Laat de rillette afkoelen en opstijven in de koelkast (2 uur).
De gemarineerde makreel
2 el bloemsuiker, 1 el witte wijn, 3 el azijn
8
Maak de marinade. Doe de bloemsuiker in een mengkom. Giet er de witte wijn en de azijn bij. Roer met een garde.
4 makreelfilets
9
Controleer de makreelfilets op achtergebleven graatjes. Pluk ze weg met een keukenpincet.
10
Schik de filets naast elkaar in een ovenschaal.
0,5 Sjalotten, 1 rode chilipeper, zout
11
Pel de sjalot en snijd ze in halve ringen. Snijd ook de chilipeper in fijne ringetjes. Verdeel de sjalot en de chilipeper over de vis. Kruid met zout.
1 el pimentbessen
12
Kneus de bolletjes piment (allspice berries) in de vijzel.
13
Giet de marinade over de vis. Bewaard de ovenschotel in de koelkast.