Instructies
4 personen
Voorbereiding
1
Laat de boter voor het beslag op kamertemperatuur komen
Bereiding
1 vel bladerdeeg, 2 peren, 2 el bruine suiker, 125 boter, 125 g bloem, 90 g suiker, 20 g vanillesuiker, 2 eieren
2
Weeg de juiste hoeveelheid boter. Snij ze in blokjes en doe de boter in de mengkom van je keukenmachine.
3
Voeg de bloem toe, samen met de kristalsuiker en de vanillesuiker.
4
Zet de pot in de machine en laat ze draaien op een matige snelheid. Gebruik het K-menghulpstuk voor deeg en beslag.
5
Voeg de eieren toe en laat de machine draaien tot je een egaal beslag krijgt.
6
Schep het cakebeslag in een (plastic) spuitzak en leg het even opzij.
7
Verwarm de oven voor tot 170°C.
8
Rol het vel bladerdeeg uit.
9
Gebruik een grote taartring (of de bovenzijde van een ronde springvorm) om een cirkel uit de deeg te steken.
10
Leg het deeg op een vel bakpapier en verhuis het naar de bakplaat. Plaats de taartring opnieuw rond het veld deeg. (Of leg het vel deeg in een ronde springvorm.)
11
Neem de spuitzak met taartvulling, knip de top weg en spuit in spiraalvorm een dikke laag vulling bovenop het bladerdeeg. Werk van binnen naar buiten.
12
Snij de peren in kwarten, schil ze en verwijder het kleine klokhuis.
13
Schik de kwartjes peer in een stervorm bovenop de taartvulling. Druk het fruit licht aan, zodat de stukken peer vastzitten in het cakebeslag. Bedek een zo groot mogelijk deel van het oppervlak.
14
Verdeel enkele kleine klontjes boter over de taart. Strooi er ook een dun laagje bruine suiker over.
15
Schuif de perentaart in de hete oven van 170°C en bak ze gedurende zo’n 40 minuten. Controleer de gaarheid met een prikvork. Aan het vork mogen geen restjes deeg vastkleven.
Afwerking
3 el abrikozenconfituur
16
Verwijder de taartring (of neem de springvorm weg). Leg de taart voorzichtig op een schaal of taartrooster.
17
Lepel wat abrikozenconfituur in een kleine pan en verwarm ze op een zacht vuur. Vermijd dat je stukjes fruit mee verwarmt.
18
Gebruik een keukenpenseel of –borsteltje om de taart in te smeren met een dun laagje warme confituur.
19
Laat de taart afkoelen en tegelijkertijd zal de confituur weer stollen. (Tenzij je het gebak graag lauw serveert.)
20