Instructies

4 personen

Voor de bloemkool en de bloemkoolrijst:

1

Verwarm de oven voor op 200 °C.

1 bloemkool
2

Snijd de helft van de bloemkool in roosjes en snijd de roosjes vervolgens in schijfjes.

4 el olijfolie, Zathar
3

Leg de schijfjes op een ovenschaal en kruid met peper, zout, olijfolie en za’atar.

4

Schuif de ovenschaal ongeveer een kwartier in de oven tot de roosjes mooi geroosterd en gaar zijn.

5

Rasp de rest van de bloemkool en doe alles in een kom.

arachideolie
6

Zet een wok met een scheut arachideolie op het vuur.

2 Sjalotten, 2 teentjes Look
7

Snipper de sjalot en plet de look.

1 zak sluimererwten
8

Snijd de sluimererwten in stukken.

40 g gember
9

Bak de sjalot en de look in de wok, schil de gember en rasp hem erbij.

1 rode chilipeper
10

Snijd de rode chilipeper fijn en voeg toe aan de wok.

200 g Sojascheuten
11

Voeg de sluimererwten, de sojascheuten en de geraspte bloemkool toe aan de wok en laat ze even bakken op een hoog vuur.

1 el sesamolie, 1 el Sushiazijn, 1 el Zoete Ketjap
12

Breng de groenten verder op smaak met sesamolie, sushiazijn en ketjap manis.

Voor de omelet en om af te werken:

13

Laat een scheutje olie heet worden in een pan.

4 eieren, 1 el sesamolie
14

Kluts de eieren in een kommetje met enkele druppels sesamolie en peper en zout.

15

Bak een omelet per persoon.

2 stengels lente-uien
16

Snijd enkele lente-uien fijn.

koriander, 4 el sriracha, 2 tl Sambal
17

Leg de omelet op een bord, lepel er wat nasi en geroosterde bloemkool op en werk de omelet af met wat lente-ui, enkele pluksels koriander en een likje sriracha of sambal.