Instructies

4 personen

Nasi goreng met varkensblokjes

400 g rijst
1

Kook de rijst en hou de pot warm of gebruik een restje gekookte rijst.

4 teentjes Look, 1 chilipeper
2

Neem de vijzel. Pel en snij de look grof, snij de chilipeper in stukjes en plet alles in de vijzel tot een pasta.

400 g varkensvlees
3

Snij het varkensvlees in blokjes (ong. 2x2 cm).

10 tl plantaardige olie
4

Verwarm de wok op een hoog vuur en giet er een scheutje plantaardige olie in. Kleur het vlees in de hete wok. Haal het aangebakken vlees uit de wok en zet het opzij.

2 uien
5

Versnipper de uien.

10 tl plantaardige olie, 3 tl trassie, 2 tl sambal
6

Giet opnieuw een scheutje olie in de wok. Bak hierin de uisnippers aan, samen met de pasta van chilipeper en look. Stoof alles enkele minuten aan en voeg de trassie (garnalenpasta) en de sambal toe. Laat het geheel al roerend aanstoven en zet het vuur lager. Tip:De garnalenpasta die Jeroen gebruikt, vind je in grote supermarkten of in een winkel met Aziatische producten.

2 eieren
7

Klop de eieren los en giet ze in het kruidige mengsel. Blijf roeren tot de eieren stollen.

1 bosje lente-ui
8

Schep de blokjes varkensvlees in de wok en meng er de gekookte rijst onder. Snipper ten slotte de lente-uitjes in fijne ringen.

9

Schep de nasi in een kom of diep bord en strooi er snippers lente-ui overheen.