Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water. (Kook de aardappelen niet te ‘plat’.) Giet ze af en zet ze opzij tot kort voor het serveren.
17
Snij de aardappelen in hapklare stukken of in dikke schijven.
18
Verhit een klontje boter en een scheutje olijfolie in een braadpan.
19
Bak de stukken aardappel goudbruin, op een matig vuur. Kruid de aardappelen tussendoor met een snuifje zout.
20
Spoel intussen de waterkers schoon. Beschadig de blaadjes niet met een te harde waterstraal. Verwijder ook de taaiste steeltjes.
21
Doe de waterkers in een slakom en schenk er een beetje olijfolie en balsamico over. Kruid het slaatje met wat zout en een klein beetje peper. Meng alles voorzichtig.
22
Gebruik grote borden. Serveer elke tafelgast een forel en schep er gebakken aardappelen bij en een toefje waterkers.