Instructies

4 personen

De voorbereiding

1

Laat het wafelijzer voorverwarmen.

Het beslag

20 g verse gist, 375 ml Water
2

Los de gist op in lauw water.

450 g Zelfrijzende bloem, 375 ml melk, 1 snuifje zout
3

Doe de bloem in de kom van de keukenmachine met een snuifje zout. Voeg de melk, de opgeloste gist en het water eraan toe. Roer tot een glad beslag.

150 g boter, 3 eieren
4

Laat de boter smelten en splits de eieren. Klop de eiwitten stijf. Roer de gesmolten boter en de dooiers door het beslag. Spatel nadien de opgeklopte eiwitten onder het beslag.

5

Dek het beslag af en laat het 25 minuten rijzen.

De compote

1 blikje abrikoos, 100 g Gedroogde abrikozen
6

Snijd de gedroogde abrikozen en de abrikozen op siroop in stukjes en breng ze met de siroop aan de kook.

1 limoen, 70 g geleisuiker
7

Voeg de zeste en het sap van de limoen toe en laat het geheel even koken. Voeg er vervolgens de geleisuiker aan toe, laat de compote nog 3 minuten koken en zet het vuur dan uit.

8

Mix de compote heel kort en giet het over in een kom. Laat even afkoelen in de koelkast.

Afwerken en serveren

9

Schep een flinke pollepel wafelbeslag in het wafelijzer, draai het ijzer na een minuut om en bak de wafel 10 tot 12 minuten.

0,2 l Room, 50 g bloemsuiker, 1 vanillestok
10

Doe ondertussen de room met de bloemsuiker en de zaadjes van een vanillestokje in een grote kom en klop de slagroom stijf. Schep de slagroom in een spuitzak met een gekartelde spuitmond.

11

Haal de gebakken wafel uit het wafelijzer en laat hem even afkoelen op een rooster.

200 g chocoladeschilfers
12

Bedek de wafel met een laagje abrikozenconfituur, gevolgd door wat toefjes vanilleslagroom. Werk de wafel af met de witte chocoladeschilfers.