Instructies

4 personen

Voorbereiding

1

Maak een portie runderbouillon met soepvlees. Je kan ook zelf een verse ketel bouillon klaarmaken.

2

Pluk het vlees van het been en meng het in de keukenmachine met het K-hulpstuk tot draadjes. Hak het vlees nog verder fijn met een mes.

3

Laat de gelatine weken in koud water.

4

Smelt de boter en roer er de bloem door. Laat de roux even drogen tot het wat naar koekjes ruikt.

5

Giet een halve liter bouillon bij de roux en roer tot een dikke, gladde pâte. Voeg er een scheutje Oxo aan toe voor extra smaak.

6

Doe de uitgeknepen blaadjes gelatine bij de pâte.

7

Voeg er het fijngehakte vlees aan toe en kruid goed met peper.

8

Vet een ovenschaal in met neutrale olie en stort er de vleespâte in uit. Leg er een vel huishoudfolie op en druk aan zodat er geen vel op komt.

9

Laat minstens 1,5 uur afkoelen en opstijven in de koelkast.

2 eieren
10

Meng twee delen bloem met een deel maïszetmeel in een kom. Klop de eieren los in een tweede kom. Doe het paneermeel in een derde kom.

11

TIP: Het maïszetmeel zorgt ervoor dat de paneerlaag beter blijft zitten.

12

Verwarm de friteuse tot 180 °C.

13

Rol balletjes van de vleespâte en haal ze eerst door de bloem, dan door de eieren en ten slotte door het paneermeel.

14

Frituur de bitterballen in 3 tot 4 minuten goudbruin. Leg niet te veel bitterballen in één keer in de friteuse. Laat ze uitlekken op keukenpapier.

15

Serveer de bitterballen met scherpe mosterd.